Ecologisch pionieren op een ‘doos’ vol gif

Tot mei vorig jaar was de sterk verontreinigde Diemerzeedijk vreemd genoeg een uniek natuurgebied.
Na de sanering is het 54 hectare metende terrein verworden tot een uit de kluit gewassen daktuin, bovenop een enorme bak verontreinigde grond.
Volgens landschapsarchitect Ruan Aluvihare hoeft dat geen belemmering te zijn voor een gezonde ecologische ontwikkeling.
Het buitendijkse gebied van de Diemerzeedijk – in de twaalfde eeuw aangelegd als waterwering voor de Zuiderzee – behoort tot een van de zwaarst verontreinigde plekken in Nederland.
Met medeweten van de gemeente Amsterdam zijn er in de jaren zestig en zeventig tonnen (chemisch-) afval gestort.
Tot mei vorig jaar, toen met grote voortvarendheid werd begonnen aan de sanering van het gebied ten faveure van de toekomstige bewoners van IJburg, kon de natuur er ongebreideld zijn gang gaan.
Slechts een enkele natuurvorser trotseerde de hekken en de daarachter gelegen gifbelt om te genieten van de unieke flora en fauna.
En het had misschien nog wel twintig jaar geduurd voor het terrein werd gesaneerd, als niet Amsterdam enkele jaren geleden ondanks alle protesten besloten had een woonwijk te bouwen in het IJmeer, op enkele honderden meters van de voormalige stortplaats.
Omdat niemand in de directe nabijheid van een gifbelt wil wonen en de 45 duizend IJburgers straks een plek nodig hebben om te recreëren, werd anderhalf jaar geleden met grote spoed begonnen aan de sanering.
Die sanering bestaat grofweg uit het inpakken van de vervuilde grond in een gigantische ‘doos’ met een 5,5 kilometer lange damwand die tot 25 meter in de grond reikt tot aan een afsluitende kleilaag.
Om te voorkomen dat de druk op de damwand van binnenuit te hoog wordt, moet het waterpeil in de bak tot in de eeuwigheid kunstmatig lager worden gehouden dan daar buiten.
Giftige gassen die vrijkomen worden tot in lengte van jaren uit de bak opgezogen en bovengronds afgefakkeld.
De totale kosten van deze IBC-methode (isoleren, beheersen en controleren) bedragen ongeveer 265 miljoen gulden.
Bovenop de twee meter dikke afdeklaag komt tachtig centimeter grond waarin gewassen moeten wortelen, dieren hun holen gaan graven en waarop duizenden IJburgers gaan voetballen, fietsen, skaten en zonnebaden.
Het gebied moet een glooiende daktuin worden met lieflijke waterpartijtjes die uitmonden in een ruig moerasgebied.
Kortom, de buitenpolder, die deel uitmaakt van de Provinciale ecologische hoofdstructuur, moet weer het unieke natuurgebied worden van vóór de sanering, waar ondanks de vervuiling ringslangen en bijzondere planten te vinden waren en waar vele vogels broedden.
Landschapsarchitect Ruan Aluvihare, Srilankaan van geboorte, maar geschoold aan de Britse Leeds School of Architecture and Landscape, maakte in opdracht van de dienst Ruimtelijke Ordening het ontwerp voor de inrichting van het Diemerpark.
Samen met projectmanager Natuurontwikkeling en Milieu Gijs Goosen van Projectbureau IJburg volgt hij nauwgezet het verloop van de saneringswerkzaamheden die in oktober volgend jaar moeten zijn afgerond.
Een goede afstemming tussen de saneringsmethode en het inrichtingsplan blijkt onontbeerlijk. Aluvihare: ,,De sanering is van grote invloed op de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Er kunnen bijvoorbeeld geen grote bomen worden geplant omdat de leeflaag slechts tachtig centimeter diep is. Doordat de wortels daarin onvoldoende kunnen hechten waaien de bomen snel om en kunnen er beschadigingen optreden aan de afdeklaag.
,,Een ander belangrijk aspect waar we rekening mee moesten houden, is dat er na de sanering geen grondwater is in het gebied en de vegetatie dus afhankelijk is van het regenwater. Op de afdeklaag moet zo min mogelijk water komen te staan dus moesten we zorgen voor een goed afwateringssysteem.
De technici die zich met de sanering bezig houden hadden al ingenieuze drainagesystemen bedacht.
Met moeite wist Aluvihare de techneuten te overtuigen van een natuurlijke afwatering.
Nu wordt het water via met speciale folie afgedekte geulen vanaf de hoogste punten afgevloeid naar de lager gelegen delen.
Langs de dijk ontstaat dan vanzelf een moerassig gebied dat aan de uiterste oostzijde een overloop krijgt in het IJmeer als er te veel regen valt.
De ontwerper heeft het moerasgebied overigens moeten inkrimpen: een te groot nat gedeelte zou de deklaag te veel belasten.
Ondanks verschillende nachtmerrie-scenario’s (zo is bijvoorbeeld niet te zeggen wat de exacte levensduur is van de damwanden en kunnen controlesystemen kunnen falen) heeft Aluvihare een goed gevoel over de toekomst van het buitendijkse gebied. ,,Het saneringssysteem is, als je er over nadenkt, heel logisch. Het grootste risico vormt eigenlijk de noodzaak van eeuwigdurende controle en beheersing, want het vuil raak je nooit meer kwijt.”
In het ontwerp van Aluvihare moest ook plaats worden gemaakt voor recreatie.
Aan de westzijde van het buitendijkse gebied komen voetbal- en hockeyvelden met een kantine en een parkeerplaats.
Voorts een evenementenweide die groter is dan het Museumplein.
In het midden komt een heuvelachtige zone met hoogteverschillen tot maximaal acht meter.
Helemaal oostelijk komt het moerassige natuurreservaat waarnaar, als alles volgens plan verloopt, de tijdelijk naar het nabijgelegen PEN-eiland verkaste ringslangen en vogels vanzelf zullen terugkeren.
De zuidelijke zone, tussen de dijk en het Amsterdam-Rijnkanaal, valt buiten het saneringsgebied en wordt eveneens moerasland.
Rond het gebied komen fietspaden die speciaal voor skaters worden geasfalteerd.
Via een speciale en zeer kostbare methode wordt binnen het saneringsgebied een regel- en waterzuiveringsgebouw van vierhonderd vierkante meter gebouwd.
Daarin komt onder meer de computergestuurde controlekamer van waaruit de pompen worden aangedreven die het water binnen de ‘doos’ tot in lengte van jaren op peil moeten houden.
Ook worden daar vandaan de controlefilters langs de damwanden – die aangeven wanneer er gif uit de ‘doos’ weglekt – van minuut tot minuut in de gaten gehouden.
Buiten het saneringsgebied wordt een manege gebouwd en op de noordwestpunt van het buitendijkse gebied (volgens Aluvihare een van de mooiste plekjes) komt een café-restaurant.
Omdat na 25 jaar nu publiek wordt toegelaten zal het kunstmatig aangelegde park nooit meer het unieke natuurgebied worden wat het jarenlang was.
Ook Aluvihare moet toegeven dat zijn inrichtingsplan een ‘ontwerp met een open eind’ is. ,,Wij zijn uiteindelijk nooit de baas over de natuur. En wat er in dit gebied gebeurt is uniek, dus ieder referentiekader ontbreekt. Het Diemerpark zal daarentegen wel weer als voorbeeld gaan dienen voor andere verontreinigde gebieden in de wereld. Er is bijvoorbeeld al veel belangstelling uit Japan voor de bouw van IJburg en de sanering en herinrichting van de Diemerzeedijk. En wanneer het landschap zich ontwikkeld zoals ik het in mijn ontwerp heb vastgelegd ontstaat er weer een prachtig, ruig natuurgebied.
Najaar 2000, wanneer naar verwachting de saneringswerkzaamheden zijn afgerond, kan met de inrichting van het Diemerpark worden begonnen.
Dan zijn ook – als het goed is – al verschillende delen van het gebied ingezaaid met speciaal voor deze omstandigheden geselecteerde kruiden-en graszaden.
Eind 2001, wanneer de eerste woningen van IJburg worden opgeleverd, moeten de twee belangrijkste fietspaden die rond het park lopen, klaar zijn.
Omdat er nog verzakkingen van de bodem worden verwacht tot wel anderhalve meter, duurt het echter nog ongeveer zes tot zeven jaar voor de sportvelden definitief kunnen worden aangelegd.
Maar voor die tijd kunnen de IJburgers wel al een balletje trappen op het terrein.
—–